Eerste hulp bij fictieve ongelukken

NRC, 14 februari 2018

Slachtoffer spelen Zo’n 2.200 vrijwilligers zetten zich in als slachtoffer bij rampenoefeningen. „Tijdens de brand kwam mijn hand onder de zaag.”

Foto Merlin Daleman 

De avond is gevallen in het Noord-Brabantse Dinteloord. Een smalle dijkweg voert richting zorgboerderij Kakelbont, waarvan de ramen oplichten in een verder pikkedonker weidelandschap. In het bermgras ligt een gestalte. Het blijkt een aangeklede reanimatiepop. Nergens is beweging, maar het is slechts de stilte voor de storm. Nog even en er zal hier een groep van tweeëntwintig EHBO’ers en een brandweerpeloton arriveren voor een grootschalige oefening.

Het scenario: als gevolg van een brand in de keuken, een huis vol rook en de daarop volgende collectieve paniek zijn in het fictieve ongeluk veertien mensen gewond geraakt. Ademhalingsproblemen, hartfalen op een heftruck, afgesneden vingers in de snijmachine, een halfzijdige verlamming op de wc – op de zolder van de boerderij hangt een lijst met gedetailleerde ‘traumabeschrijvingen’.

Aan lange tafels zitten mannen, vrouwen en kinderen met spiegeltjes en grote koffers vol grimemateriaal voor zich. Het zijn de leden van Lotuskring Het Krabbegat uit Bergen op Zoom, een van de 78 ledenkringen van de Landelijke Organisatie Tot Uitbeelding van Slachtoffers. Voor het begin van de oefening hebben zij hun rollen toebedeeld gekregen, de oefeningleider legt het exacte scenario ter plekke uit.

Haarwax, nepbloed en brooddeeg

Verreweg de meeste ‘slachtoffers’ zijn vrijwilligers. „Sommigen van hen zijn zelf werkzaam in de zorg, maar er zitten ook schoonmakers, directeuren en schoolmeesters tussen,” vertelt secretaris van het landelijke bestuur van Lotus Sandra van Poortvliet. Meer dan eens hoorde ze over leden die hun kennis in de praktijk brachten om iemand te helpen. Op het werk, onderweg of thuis. Een van de cursisten voerde bijvoorbeeld laatst succesvol de heimlichgreep uit bij zijn eigen kind, dat zich verslikte.

Tijdens de opleiding, die zo’n 80 lesuren beslaat en maximaal twee jaar duurt, worden de ‘basisletsels’ bestudeerd, vertelt Van Poortvliet. „Zoals een snijwond, een scheurwond of een botbreuk. Na de opleiding zijn er bijscholingsavonden waarin we dieper ingaan op ziektebeelden als een hersenbloeding, dierenbeten en de uitwerking van verschillende drugs. Dat laatste is populair: veel opdrachtgevers vragen erom.”

Op de zolder van de zorgboerderij in Dinteloord heerst opperste concentratie. Met chirurgische precisie brengen de Lotus-leden de verwondingen bij zichzelf aan. Voorhoofdwonden worden met druppels bloed besprenkeld, de boor van een kolomboormachine wordt gemeten aan een opengereten hand.

Jaren geleden ontdekte iemand dat brooddeeg goed werkt om huid en wonden mee te kneden

De meest gebruikte materialen: haarwax, nepbloed, brooddeeg en maïzena. „Het is belangrijk dat de materialen natuurlijk zijn en de huid niet irriteren,” zegt Ineke Hond. Ze wordt maandelijks ingezet als slachtoffer bij trainingen bij de GGD. „We zijn altijd opzoek naar materialen en manieren om het letsel er zo natuurgetrouw mogelijk uit te laten zien. Jaren geleden ontdekte iemand dat brooddeeg goed werkt om huid en wonden mee te kneden. Inmiddels is het een standaardmateriaal, dat elk slachtoffer in zijn koffertje heeft.”

Aan een van de tafels is Angela van Oosterhout uit Sint-Philipsland, in het dagelijks leven activiteitenbegeleider en gehandicaptenverzorger, zichzelf aan het grimeren. Voor haar op tafel ligt een nephand. „Ik was bezig met de zaagmachine, toen de brand uitbrak. In alle paniek kwam mijn hand onder de zaag”, licht ze toe. Ze dept wat witgelig poeder op haar gezicht. „Dat is van de shock.” Ze is dit werk gaan doen uit interesse voor de EHBO, het plezier van het acteren en voor de gezelligheid, zegt ze. Haar tafelgenoten knikken instemmend: het is fijn om elkaar steeds weer te treffen bij een oefening.

Waarheidsgetrouw

In het leerboek van Lotus staan naast voorbeeldfoto’s van gapende nepwonden en met grime beurs gemaakte ledematen, instructies tot het uitbeelden van het bijbehorende ziektebeeld. Het nabootsen van een waarheidsgetrouwe situatie is een van de belangrijkste pijlers van de organisatie, zegt Lotus-bestuurder Van Poortvliet. „Het werk van een Lotusslachtoffer beslaat naast grimeren uit nog twee onderdelen: situatieontwerp en acteren. Zo moet er daadwerkelijk een trap in de ruimte zijn, als iemand van een trap is gevallen. En het slachtoffer moet precies weten wat hem of haar overkomen is.”

Er komt beweging in de groep. De brandweer is onderweg en de slachtoffers begeven zich naar de hun aangewezen plekken. Een man gaat zorgvuldig liggen onderaan een trap, met zijn hielen op de onderste trede en onder zijn rug een isoleerdeken. Het is koud op de boerderij en de deelnemers mogen nooit echt gevaar lopen. Voor het geval er wel iets misgaat, bestaat er het codewoord no play. Is dat wel eens nodig geweest? „Een keer”, herinnert van Poortvliet zich. „Toen er iemand onder een gekanteld voertuig lag en in paniek raakte.”

In de boerderij wurmt een vrouw zich onder een grote houten krat. Drie mensen nemen hun plaats in in de keuken, waar de rookmachine aanstaat en een rood lichtsnoer de vuurbron simuleert. Bij de keukenmachine staat een oudere man. Naast het snijvlak ligt een vinger. De man toont zijn linkerhand, waar daadwerkelijk een vinger aan mist. „Altijd als er iemand met een afgehakte vinger in het scenario staat, speel ik die rol. Lekker gemakkelijk.”

Leave a comment